asset
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- as·set
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘iets wat waarde vertegenwoordigt’ voor het eerst aangetroffen in 1989 [1]
- van het Engels [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | asset | assets |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
asset m
- bezitting
- sterke kant of waardevolle eigenschap
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord asset staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.