aquacultuur

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aquacultuur    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• aqua·cul·tuur

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  aqua zn  en  cultuur zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aquacultuur	aquaculturen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aquacultuur v

1. het kweken van vis en andere waterdieren in een kunstmatige omgeving

   ▸ Er zijn wel kanttekeningen te plaatsen bij het onderzoek, zegt Marc Verdegem, universitair hoofddocent aquacultuur in Wageningen. "Het artikel gaat niet in op alle hulpbronnen die nodig zijn en niet op het afvoeren van afvalstoffen. Dat moet je wel op een duurzame manier doen."

   ▸ In het praktijkcentrum voor Aquacultuur van GroeneWelle zijn ze er al in geslaagd de kwabalen goed te houden. Boer: "De volgende stap is: hoe kunnen we de vis vermeerderen?"

   ▸ Nederland koopt geen zalm uit Chili, wel uit Noorwegen. "Dat land heeft niet zulke problemen, omdat het water in de fjorden stroomt en de kwekerijen er veel minder intensief zijn", vertelt Johan Verreth, hoogleraar aquacultuur en visserij aan de Wageningen Universiteit.

   ▸ "Hier kunnen de Nederlandse vissers mee uit de voeten," zegt Peter van Dalen, die namens het Europees Parlement over het pakket heeft onderhandeld met de EU-lidstaten. Niet alleen Nederland krijgt geld uit de pot, ook landen als Italië en Spanje krijgen bedragen om hun 'aquacultuur' (kweekvissen) aan de gang te houden.

Gangbaarheid

• Het woord aquacultuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.