anorexie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ano·rexie
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | anorexie | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de anorexie v
- (medisch) verlies van eetlust
- Alleen al de hoofdstuktitels van het deel waarin Johannisson de toen gangbare 'kwalen' en bijbehorende geneeswijzen bespreekt, vormen een encyclopedie van ellende die je de moed voor welke wandeling dan ook zou ontnemen: 'ziekelijkheid, menstruatie, zwangerschap, menopauze, migraine, chlorose, anorexie, neurasthenie, hysterie, krankzinnigheid'. [2]
- Patiënten met legionellose (veteranenziekte) lijden meestal aan een ernstige longontsteking, hebben hoge koorts, maar daarnaast kunnen zich ook verschijnselen voordoen als diarree, anorexie, spierpijn en verwardheid. [3]
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord anorexie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "anorexie" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ anorexie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ NRC Jolande Withuis 14 februari 1997 De ziek verklaarde sekse rond 1900; Bloedzuigers in de baarmoeder
- ↑ NRC 4 augustus 2000 Legionella bij Vierdaagse
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be