amulet

Uit WikiWoordenboek
1. hanger, meestal om de hals gedragen, die drager bovennatuurlijke bescherming biedt (uit Afghanistan)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • amu·let
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘talisman’ voor het eerst aangetroffen in 1669 [1]
  • van Latijn amuletum [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord amulet amuletten
verkleinwoord amuletje amuletjes

Zelfstandig naamwoord

amulet m/v

  1. hanger, meestal om de hals gedragen, die drager bovennatuurlijke bescherming biedt
Synoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
  • IPA: /ˈæmjəlɪt/
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
amulet amulets

Zelfstandig naamwoord

amulet

  1. amulet