amortiseerbaar
Uiterlijk
- amor·ti·seer·baar
- Naamwoord van handeling van amortiseren met het achtervoegsel -baar
amortiseerbaar
- van een schuld: dat men de schuld kleiner kan en mag maken door het storten van geld
- Bij deze lening is het geleende hoofdsom vrij opneembaar en amortiseerbaar (tot een maximum). [1]
- Het woord 'amortiseerbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ geenschulden.nl geraadpleegd 9-10-2016