alleenverdienend

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • al·leen·ver·die·nend
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen alleenverdienend
verbogen alleenverdienende

Bijvoeglijk naamwoord

alleenverdienend

  1. als enige in een huishouden geld verdienend
     Ondanks de dalende huizenprijzen valt er voor starters nog steeds weinig te kiezen op de woningmarkt. Een gemiddelde alleenverdienende starter kan slechts 3,4 procent van de koopwoningen in Nederland financieren, zo blijkt uit cijfers van taxatiebedrijf Calcasa. Voor tweeverdienende starters is het beeld met zo'n veertig procent gunstiger.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 12 maart 2023 Weblink bron “Starter heeft kans op slechts 3 procent van de koopwoningen in Nederland” (Donderdag 16 februari, 06:00), NOS