Naar inhoud springen

aliviar

Uit WikiWoordenboek
Versie door HydrizBot (overleg | bijdragen) op 26 apr 2017 om 17:07 (Robot: opschonen van oude interwikilinks)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aliviar
aliviaba
aliviado
volledig

aliviar

  1. verlichten, lichter maken, ontlasten
  2. verzachten, verlichting geven (bij pijn)
    «la asperina alivia el dolor»
    aspirine verlicht de pijn
  3. versnellen, verhaasten