alimentair

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  alimentair    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ali·men·tair

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van het Franse alimentaire met het achtervoegsel -air

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	alimentair	alimentairder	alimentairst
verbogen	alimentaire	alimentairdere	alimentairste
partitief	alimentairs	alimentairders	-

Bijvoeglijk naamwoord

alimentair

1. (medisch) met betrekking tot de voeding

Vertalingen

    1. met betrekking tot de voeding   

Duits: ernährend (de), Ernährungs- (de), nährend (de), nahrhaft (de), Nahrungs- (de), zur Nahrung dienend (de) Engels: alimentary (en) Frans: alimentaire (fr)

Portugees: alimentar (pt) Spaans: alimentario (es) Tsjechisch: alimentární (cs)

Gangbaarheid

• Het woord alimentair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "alimentair" herkend door:

80 %	van de Nederlanders;
94 %	van de Vlamingen.