Naar inhoud springen

aguantar

Uit WikiWoordenboek
Versie door HydrizBot (overleg | bijdragen) op 26 apr 2017 om 13:41 (Robot: opschonen van oude interwikilinks)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • a·guan·tar
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aguantar
aguantaba
aguantado
volledig

aguantar

  1. onovergankelijk het kunnen volhouden, het kunnen uithouden
  2. overgankelijk verdragen, volhouden, weerstaan
    «Juan aguanta muchas penas»
    Jan verdraagt veel pijn
  3. ondersteunen, tegenhouden
    «el barrote aguanta el techo»
    de draagbalk ondersteunt het dak