achterst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ach·terst
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van achter met het achtervoegsel -st
  • is op te vatten als de overtreffende trap van het bijwoord achter
stellend
onverbogen achterst
verbogen achterste

Bijvoeglijk naamwoord

achterst

  1. het meest aan de achterzijde gelegen
    • Hij zat op de achterste rij. 
Opmerkingen
  • Naar vorm is het woord een overtreffende trap, afgeleid van het voorzetselbijwoord achter; de onverbogen vorm wordt vrijwel niet gebruikt.
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

65 % van de Nederlanders;
51 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be