achterbanweek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ach·ter·ban·week
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van achterban zn en week zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achterbanweek | achterbanweken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (tijdrekening) week waarin politici contact hebben met (potentiële) kiezers en partijleden
Gangbaarheid
- Het woord achterbanweek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.