achteraanlopen
Uiterlijk
- ach·ter·aan·lo·pen
- samenstelling van achteraan bw en lopen ww
achteraanlopen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
achteraanlopen |
liep achteraan |
achteraangelopen |
klasse 7 | volledig |
- op de benen voortbewegen als laatste van een groep
- op de benen voortbewegen om iets te volgen
- ▸ "Laat je een marathon door Amsterdam voeren met twintig Kenianen die onder de twee uur proberen te lopen, dan heb je een volksopstand omdat de stad is geblokkeerd. Laat je daar vervolgens 20.000 recreanten achteraanlopen, dan heb je een volksfeest. Het een heeft het ander nodig. Je ziet die verbinding heel erg mooi in de hardloopsport."[2]
- [2] nalopen
- Het woord 'achteraanlopen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Franklin Stoker“Hardlopen is ongekend populair: 'Gezond blijven, laagdrempelig en influencers'” (donderdag 29 augustus, 14:26), NOS