aanzwellende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·zwel·len·de
Werkwoord
vervoeging van: | aanzwellen |
aanzwellende
- verbogen vorm van aanzwellend, het onvoltooid deelwoord van aanzwellen
Bijvoeglijk naamwoord
aanzwellende
- verbogen vorm van de stellende trap van aanzwellend