aanschouwt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanschouwt (hulp, bestand)
- IPA: / anˈsxɑuwt / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·schouwt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanschouwen |
aanschouwt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschouwen
- Jij aanschouwt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschouwen
- Hij aanschouwt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanschouwen
- Aanschouwt!
Gangbaarheid
- Het woord 'aanschouwt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.