Zuid-Afrikaans
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Zuid-Afri·kaans
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van Zuid-Afrikaan met het achtervoegsel -s
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Zuid-Afrikaans | Zuid-Afrikaanser | Zuid-Afrikaanst |
verbogen | Zuid-Afrikaanse | Zuid-Afrikaansere | Zuid-Afrikaanste |
partitief | Zuid-Afrikaans | Zuid-Afrikaansers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
Zuid-Afrikaans
- (demoniem) op Zuid-Afrika betrekking hebbend
Verwante begrippen
Demoniemen bij Zuid-Afrika in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Zuid-Afrikaan • inwoonster: Zuid-Afrikaanse • bijvoeglijk: Zuid-Afrikaans |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord Zuid-Afrikaans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.