Tuilerieën

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Tui·le·rieën, Tui·le·rie·en
Woordherkomst en -opbouw

Eigennaam

Tuilerieën mv

  1. stadspark in het centrum Parijs, dat vroeger de tuin van het gelijknamige paleis was
     In de Franse hoofdstad schilderde hij graag verliefde stelletjes in de Tuilerieën, al had hij steevast meer aandacht voor de bomen in het stadspark dan de mensen.[2]
     Het had een olijke bijdrage moeten worden aan een openluchttentoonstelling afgelopen oktober, in de Tuilerieën in Parijs.[3]
  2. (geschiedenis) voormalig koninklijk paleis, dat van de 16e tot de 19e eeuw in Parijs stond
     Op 20 maart 1815 – de verjaardag van zijn zoon – herovert Napoleon de Tuilerieën.[4]
     De albums uit 1855-1857, met 550 opnamen van de Franse fotograaf Edouard Baldus (1813-1889), zijn net op een Londense veiling voor 60.000 gulden verworven. Elk blad toont in een scala van bruinen een gevel of gevel-detail van het Louvre, dat omstreeks die tijd werd doorgetrokken naar de Tuilerieën.[5]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tuilerieën op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 30 oktober 2020 Weblink bron
    Sandra Smallenburg
    “De troost van een knotwilg of kastanjeboom” (26 augustus 2020) op nrc.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 30 oktober 2020 Weblink bron
    Sandra Smets
    “De Domestikator: controversieel in Parijs, citymarketing in Amsterdam” (29 augustus 2018) op nrc.nl op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 30 oktober 2020 Weblink bron
    Margot Poll
    “Door Napoleons identiteitscrisis stierven tienduizenden soldaten” (3 oktober 2019) op nrc.nl op Wikipedia
  5. Bronlink geraadpleegd op 30 oktober 2020 Weblink bron
    Marianne Vermeijden
    “Vernieuwende mammoetonderneming” (10 november 1999) op nrc.nl op Wikipedia