Zoekresultaten

  • Geluid:  afsabbelende    (hulp, bestand) af·sab·be·len·de afsabbelende verbogen vorm van afsabbelend, het onvoltooid deelwoord van afsabbelen...
    184 bytes (19 woorden) - 28 jan 2024 11:56
  • Geluid:  afsabbel    (hulp, bestand) af·sab·bel afsabbel (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsabbelen ... dat ik afsabbel.  Het...
    195 bytes (34 woorden) - 3 mei 2023 11:47
  • Geluid:  afsabbelend    (hulp, bestand) af·sab·be·lend afsabbelend onvoltooid deelwoord van afsabbelen...
    131 bytes (13 woorden) - 1 apr 2023 00:39
  •  afsabbelen    (hulp, bestand) af·sab·be·len samenstelling van  af bw  en  sabbelen ww  afsabbelen ergens aan likken en lurken Het woord afsabbelen staat...
    365 bytes (40 woorden) - 1 apr 2023 14:30
  • van afsabbelen Ik sabbel af.  gebiedende wijs van afsabbelen Sabbel af!  (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsabbelen Sabbel...
    251 bytes (63 woorden) - 3 mei 2023 20:00
  • enkelvoud tegenwoordige tijd van afsabbelen Jij sabbelt af.  derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsabbelen Hij sabbelt af.  (verouderd) gebiedende...
    254 bytes (63 woorden) - 3 mei 2023 20:01
  • Geluid:  afgesabbeld    (hulp, bestand) af·ge·sab·beld vervoeging van afsabbelen: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling...
    275 bytes (46 woorden) - 17 apr 2024 18:41
  • tegenwoordige tijd van afsabbelen ... dat jij afsabbelt.  (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsabbelen ... dat hij afsabbelt...
    196 bytes (47 woorden) - 3 mei 2023 11:48
  • af    (hulp, bestand) sab·bel·de af sabbelde af enkelvoud verleden tijd van afsabbelen Ik sabbelde af.  Jij sabbelde af.  Hij, zij, het sabbelde af. ...
    131 bytes (27 woorden) - 1 apr 2023 00:38
  • af·sab·bel·de afsabbelde (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afsabbelen ... dat ik afsabbelde.  ... dat jij afsabbelde.  ... dat hij, zij, het...
    203 bytes (41 woorden) - 3 mei 2023 11:48
  • af·sab·bel·den afsabbelden (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afsabbelen ...dat wij afsabbelden.  ...dat jullie afsabbelden.  ...dat zij afsabbelden...
    203 bytes (39 woorden) - 3 mei 2023 11:48
  • andere woorden staan sabbelen (...) af meervoud tegenwoordige tijd van afsabbelen Het woord sabbelen af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de...
    262 bytes (41 woorden) - 3 mei 2023 20:01
  • bestand) af·sab·be·ren samenstelling van  af bw  en  sabberen ww  afsabberen afsabbelen zuipen neervallen van een stofregen Het woord afsabberen staat in de Woordenlijst...
    370 bytes (35 woorden) - 1 apr 2023 14:43
  • nog andere woorden staan sabbelden (...) af meervoud verleden tijd van afsabbelen Wij sabbelden af.  Jullie sabbelden af.  Zij sabbelden af.  Het woord...
    265 bytes (50 woorden) - 3 mei 2023 20:00
  • afrotsen afrotten afroven afruien afruilen afruimen afruisen afrukken afsabbelen afsabberen afsabelen afsappelen afscannen afschaduwen afschaffen afschakelen...
    18 kB (712 woorden) - 26 apr 2024 12:42
  • ) zal afsabbelen zult/zal afsabbelen zult/zal afsabbelen zult afsabbelen zal afsabbelen zullen afsabbelen zullen afsabbelen zullen afsabbelen voorwaardelijk...
    235 bytes (0 woorden) - 19 jun 2017 03:05