sabbelt af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sabbelt af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sab·belt af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afsabbelen |
sabbelt (...) af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsabbelen
- Jij sabbelt af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsabbelen
- Hij sabbelt af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afsabbelen
- Sabbelt af!
Gangbaarheid
- Het woord sabbelt af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.