afgesabbeld

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  afgesabbeld    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• af·ge·sab·beld

Woordherkomst en -opbouw

• vervoeging van afsabbelen: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van  af bw  en  gesabbeld ww 

Werkwoord

vervoeging van:	afsabbelen…
verbogen vorm:	afgesabbelde

afgesabbeld

1. voltooid deelwoord van afsabbelen

Gangbaarheid

• Het woord afgesabbeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.