meander
![](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/8/8e/%D0%9F%D0%B0%D0%BD%D0%BE%D1%80%D0%B0%D0%BC%D0%B0_%D0%B4%D0%BD%D1%96%D1%81%D1%82%D1%80%D0%BE%D0%B2%D1%81%D1%8C%D0%BA%D0%BE%D0%B3%D0%BE_%D0%BA%D0%B0%D0%BD%D1%8C%D0%B9%D0%BE%D0%BD%D1%83.jpg/220px-%D0%9F%D0%B0%D0%BD%D0%BE%D1%80%D0%B0%D0%BC%D0%B0_%D0%B4%D0%BD%D1%96%D1%81%D1%82%D1%80%D0%BE%D0%B2%D1%81%D1%8C%D0%BA%D0%BE%D0%B3%D0%BE_%D0%BA%D0%B0%D0%BD%D1%8C%D0%B9%D0%BE%D0%BD%D1%83.jpg)
![op Wikipedia (nl)](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/5/52/OOjs_UI_icon_logo-wikipedia-progressive.svg/16px-OOjs_UI_icon_logo-wikipedia-progressive.svg.png)
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- me·an·der
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘rivierbocht’ voor het eerst aangetroffen in 1733 [1]
- naar de rivier van die naam (thans Menderes) in Klein-Azië
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meander | meanders |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de meander m
- naar de tegengestelde richting terugkerende bocht in een rivier
- (in het meervoud) randversiering bestaande uit rechthoekige gebroken lijnen
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meanderen |
meander
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meanderen
- Ik meander.
- gebiedende wijs van meanderen
- Meander!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meanderen
- Meander je?
Gangbaarheid
- Het woord meander staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "meander" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "meander" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be