zeker: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
ForkboysBot (overleg | bijdragen)
k Standaardisatie punt
Luckas-bot (overleg | bijdragen)
k r2.7.1) (robot Erbij: fi:zeker
Regel 29: Regel 29:


[[en:zeker]]
[[en:zeker]]
[[fi:zeker]]
[[fr:zeker]]
[[fr:zeker]]
[[id:zeker]]
[[id:zeker]]

Versie van 3 jun 2011 08:58

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·ker
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zeker zekerder zekerst
verbogen zekere zekerdere zekerste

Bijvoeglijk naamwoord

zeker

  1. waaraan niet getwijfeld hoeft te worden
    • Het voortbestaan ervan werd door deze overwinning een stuk zekerder. 
  2. een ~ een bepaalde, een of andere
    • Hij werd door een zekere ziekte daarvan weerhouden. 
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
zekeren

zeker

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zekeren
    • Ik zeker. 
  2. gebiedende wijs van zekeren
    • Zeker! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zekeren
    • Zeker je?