Naar inhoud springen

zekeren

Uit WikiWoordenboek
  • ze·ke·ren
  • afgeleid van zeker ?? met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zekeren
zekerde
gezekerd
zwak -d volledig

zekeren

  1. het touw waarmee iemand klimt op een veilige manier vasthouden
    • Als je zekert moet je altijd goed op blijven letten. 
     Ik was blij dat ik ook mijn ijsbijl bij me had waarmee ik me, indien nodig, kon zekeren en een nieuw spoor door de sneeuw kon maken.[1]
96 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be