zeker: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
MARCEL (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
ForkboysBot (overleg | bijdragen)
k Standaardisatie punt
Regel 2: Regel 2:
{{-pron-}}
{{-pron-}}
*{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}}}
*{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}}}
*{{WikiW|IPA}}:
*{{WikiW|IPA}}:
**{{pron-reg|N=a}} {{IPA|/ˈze.kər/}}
**{{pron-reg|N=a}} {{IPA|/ˈze.kər/}}
**{{pron-reg|V=a}} {{IPA|/ˈze.kər/}}
**{{pron-reg|V=a}} {{IPA|/ˈze.kər/}}
Regel 11: Regel 11:
{{-adjc-}}
{{-adjc-}}
'''{{pn}}'''
'''{{pn}}'''
#waaraan niet getwijfeld hoeft te worden.
#waaraan niet getwijfeld hoeft te worden
{{bijv-1|Het voortbestaan ervan werd door deze overwinning een stuk '''zekerder'''.}}
{{bijv-1|Het voortbestaan ervan werd door deze overwinning een stuk '''zekerder'''.}}
#''een ~'' een bepaalde, een of andere.
#''een ~'' een bepaalde, een of andere
{{bijv-1|Hij werd door een '''zekere''' ziekte daarvan weerhouden.}}
{{bijv-1|Hij werd door een '''zekere''' ziekte daarvan weerhouden.}}
{{-trans-}}
{{-trans-}}

Versie van 11 sep 2010 16:06

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·ker
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zeker zekerder zekerst
verbogen zekere zekerdere zekerste

Bijvoeglijk naamwoord

zeker

  1. waaraan niet getwijfeld hoeft te worden
    • Het voortbestaan ervan werd door deze overwinning een stuk zekerder. 
  2. een ~ een bepaalde, een of andere
    • Hij werd door een zekere ziekte daarvan weerhouden. 
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
zekeren

zeker

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zekeren
    • Ik zeker. 
  2. gebiedende wijs van zekeren
    • Zeker! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zekeren
    • Zeker je?