brommen: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
k Robot: toegevoegd: eo:brommen |
||
Regel 42: | Regel 42: | ||
[[en:brommen]] |
[[en:brommen]] |
||
[[eo:brommen]] |
|||
[[fr:brommen]] |
[[fr:brommen]] |
||
[[mg:brommen]] |
[[mg:brommen]] |
Versie van 4 apr 2017 05:02
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- brom·men
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
brommen |
bromde |
gebromd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
brommen
- inergatief een laag rommelend geluid voortbrengen
- Er werd als antwoord wat gebromd, maar duidelijkheid kwam er niet.
- boos en bestraffend praten tegen iemand
- De leraar bromde tegen zijn luie leerlingen.
- ergatief op een bromfiets ergens heengaan
- Ik ben wel eens naar Giessendam gebromd.
- inergatief op een bromfiets rijden
- Hij had heel wat gebromd voordat hij zijn motorrijbewijs ging halen.