verheugen: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
AnnabelsBot (overleg | bijdragen)
Annabels interwikibot
Jcwf (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
{{=nld=}}
{{=nld=}}
{{-etym-}}
Afgeleid van ''heugen'', op haar beurt verwant met ''heug'' (gedachte, herinnering).
{{-pron-}}
{{-pron-}}
:*{{sound}}: [[Media:nl-zich verheugen.ogg|zich verheugen]]
:*{{sound}}: {{audio|nl-zich verheugen.ogg|zich verheugen}}
{{-etym-}}
:afgeleid van [[heugen]] {{suff|ver-}}
{{-nlstam-|zich verheugen|verheugde zich|zich verheugd||||{{nlzwak-d}}}}
{{-nlstam-|zich verheugen|verheugde zich|zich verheugd||||{{nlzwak-d}}}}
{{-verb-}}
{{-verb-}}
'''verheugen'''
'''verheugen'''
# ''zich ~'':
# ''zich ~'': blijdschap ervaren
#: ''Hij '''verheugde zich''' enorm toen zij onverwachts belde.''
# ''zich ~ op'': reikhalzend uitzien naar iets, zich bij voorbaat verheugen.
#: ''Hij '''verheugde zich op''' haar aangekondigde bezoek.''

{{-trans-}}
{{-trans-}}
{{(}}
{{trans-top|}}
:*{{eng}}: [[rejoice]]
{{-}}
:*{{nld}}: [[verheugen, (zich)]]
:*{{pap}}: [[alegrá]]
:*{{pap}}: [[alegrá]]
{{)}}
{{trans-bottom}}
{{trans-top|}}

:*{{eng}}: [[look out to]]
{{trans-bottom}}
[[fr:verheugen]]
[[fr:verheugen]]

Versie van 8 apr 2008 01:47

Nederlands

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
afgeleid van heugen met het achtervoegsel ver-
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zich verheugen
verheugde zich
zich verheugd
zwak -d volledig

Werkwoord

verheugen

  1. zich ~: blijdschap ervaren
    Hij verheugde zich enorm toen zij onverwachts belde.
  2. zich ~ op: reikhalzend uitzien naar iets, zich bij voorbaat verheugen.
    Hij verheugde zich op haar aangekondigde bezoek.
Vertalingen