Oranjespeler

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Oran·je·spe·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Oranjespeler Oranjespelers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Oranjespelerm

  1. (sport) sporter die lid is van een team dat uitkomt voor Nederland
     Grootse huldiging van Oranjespelers: In Amsterdam hebben 500.000 mensen het Nederlands elftal gehuldigd.[1]
     Voetballer Mark van Bommel heeft de Duidelijketaalprijs 2010 gewonnen. Van alle Oranjespelers argumenteert hij het overtuigendst, hij heeft een goed ontwikkelde taaltechniek en toont zich bewust van zijn publiek, concluderen onderzoekers van het VU-Taalcentrum.[2]
     In de kleedkamer gingen bijna alle Oranjespelers met Máxima op de foto. "Die kans moet je pakken", zei Rafael van der Vaart. "Ik ben geloof ik niet met haar man op de foto geweest. Maar hij hield wel een mooie speech."[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Grootse huldiging van Oranjespelers” (13-07-2010), NOS
  2. Bronlink Weblink bron “Taalprijs voor Mark van Bommel” (23-03-2010), NOS
  3. Bronlink Weblink bron “Willem-Alexander en Máxima vieren Oranjefeest” (07-07-2010), NOS