Nederlandstalig

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 5 apr 2018 om 09:11
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ne·der·lands·ta·lig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen Nederlandstalig
verbogen Nederlandstalige
partitief Nederlandstaligs - -

Bijvoeglijk naamwoord

Nederlandstalig

  1. Nederlands als moedertaal hebbend
    • Het Nederlandstalige deel van België wordt Vlaanderen genoemd. 

Meer informatie

Gangbaarheid