åbne
Uiterlijk
- åb·ne
- Afkomstig van het Oudnoorse opna.
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van åben
åbne, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van åben
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
åbne |
åbner |
åbnede |
åbnet |
volledig |
åbne
- åbne in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk