zwijnenboel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zwijnenboel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zwij·nen·boel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zwijn en boel met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwijnenboel | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de zwijnenboel m
- een bende, een vuile troep
- Wat een zwijnenboel is het in je kamer!
Vertalingen
1. een bende, een vuile troep
Gangbaarheid
- Het woord zwijnenboel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwijnenboel" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be