zwenkarm
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwenk·arm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwenkarm | zwenkarmen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zwenkarm m
- (werktuigbouwkunde) beweegbare mechanische arm
- Verwacht wordt dat in juli alle achthonderd bedden zijn uitgerust met een touchscreenscherm, dat, indien gewenst, kan worden uitgebreid met een toetsenbord. De computer is bevestigd aan een zwenkarm op ooghoogte van de patiënt en kan gemakkelijk vanuit bed worden bediend. [2]
- "Als we te veel druk op het bakje hadden uitgeoefend of de mannen hadden zich per ongeluk op de verkeerde manier bewogen, dan was de vrachtwagen, inclusief zwenkarm, zeker in het water gestort", vertelde één van de betrokken reddingswerkers aan Amerikaanse media. [3]
Gangbaarheid
- Het woord zwenkarm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwenkarm" herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 22 april 2009 Internetten vanuit ziekenhuisbed
- ↑ Tubantia Tom Tates 11 januari 2017 Spectaculaire reddingsactie onder Amerikaanse brug
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 of 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Werktuigbouwkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 68 %
- Prevalentie Vlaanderen 59 %