zolderetage
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zolderetage (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zol·der·eta·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zolderetage | zolderetages |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zolderetage v
- (bouwkunde) hoogste woonlaag die direct onder het dak is gelegen
- ▸ De kist was na het overlijden van de eigenaar bij zijn zoon in Heerhugowaard terechtgekomen en kwam pas weer aan het licht tijdens het opruimen van de zolderetage.[2]
- ▸ Op de zolderetage van de woning aan de Van der Takstraat onstond [sic!] rond acht uur een uitslaande brand. Het is nog niet bekend of er gewonden zijn gevallen. Ook is de oorzaak van de brand nog niet duidelijk.[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord zolderetage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Granaten op zolder in Heerhugowaard” (08 nov. 2012), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron FEMKE VAN DER VEEN“Grote woningbrand in Rotterdam” (08 nov. 2012), De Telegraaf