zoenoffer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zoen·of·fer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zoenoffer | zoenoffers |
verkleinwoord | zoenoffertje | zoenoffertjes |
Zelfstandig naamwoord
het zoenoffer o
- (religie) een offer dat gebracht wordt om verzoening (van zonden) te bewerkstelligen
- Volgens Leviticus 16:9 moet Aäron op de Grote Verzoendag een bok waarop het lot van de Here valt als zoenoffer offeren.
Synoniemen
Vertalingen
1. een offer dat gebracht wordt om verzoening (van zonden) te bewerkstelligen
Gangbaarheid
- Het woord zoenoffer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zoenoffer" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be