zijtak

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

[2] zijtak van het Meppelerdiep bij Meppel
Uitspraak
Woordafbreking
  • zij·tak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zijtak zijtakken
verkleinwoord zijtakje zijtakjes

Zelfstandig naamwoord

de zijtakm

  1. een deel van een plant of boom: een tak die ontspringt van de stam of een tak
    • Het vissen begint met het selecteren van een goede tak. Chimps ontdoen de takken eerst van zijtakken voordat ze ermee gaan vissen. De beste algenhengels zijn 70 centimeter lang, maar één mannetjeschimp kreeg het voor elkaar algen op te vissen met een bamboestengel van 4,3 meter lang. [1] 
  2. aftakking van een rivier of kanaal
    • Ook de techniek doet mee aan het feestelijke zaterdagavondgevoel. Met camera-drones worden auto’s gevolgd over bochtige wegen, de majestueuze Columbiarivier en zijtakken zijn vaak zichtbaar en de bergen met sneeuwtoppen lijken wel geleend van een tekenfilm. [2] 
  3. (figuurlijk) aftakkingen van andere zaken
    • Maar hij bleef de oudste zoon van Kim Jong-il en diens voormalige aangewezen opvolger. Dit moest leiden tot pogingen vanuit Pyongyang om hem en zijn nakomelingen uit de weg te ruimen. Het ‘snoeien van de zijtakken’ van de familie Kim, zoals het eufemistisch heet, is een kerntaak van het regime. Kim Jong-nam wist dit en heeft in 2012 zijn jongere halfbroer gesmeekt zijn leven en dat van zijn gezin te sparen. Tevergeefs, want het was geenszins onmogelijk dat hij tegen zijn zin naar voren zou worden geschoven door China. Dat risico nam Pyongyang liever niet, zeker niet gezien de bekoelende relaties tussen Pyongyang en Beijing. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. NRC Lucas Brouwers 7 november 2016
  2. NRC Hans Beerekamp 16 januari 2017
  3. NRC 22 februari 2017
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be