zevental

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·ven·tal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zevental zeventallen
verkleinwoord zeventalletje zeventalletjes

Zelfstandig naamwoord

het zeventalo

  1. welgeteld zeven
    • Er is een zevental stammen in die streek. 
  2. een groep van zeven
    • In waterpolo wordt er met een zevental gespeeld. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be