zelfwaarde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·waar·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfwaarde zelfwaarden
zelfwaardes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zelfwaardev

  1. het belang dat men toekent aan zichzelf
     ,,Het nummer verrast me. De muziek pakte me eerst helemaal niet, maar de tekst is bijzonder. Die gaat over liefde, zelfwaarde en genieten van je eigen leven.[2]
     Ondanks alle kritiek is Struijvenberg overtuigd van het nut van de tegenprestatie. ,,Als je iets terugdoet voor Rotterdam, krijg jij weer iets terug. Dan krijg je respect terug, en een gevoel van zelfwaarde. Het gevoel dat je ertoe doet en dat er mensen zijn die iets aan jou hebben.’’[3]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    Leon van Wijk
    “'Robbie zet op nieuwe single eindelijk masker af'” (10-01-2017), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron
    MAARTEN RITMAN
    “Meer werklozen aan tegenprestatie” (19 jan. 2017), De Telegraaf