zakdrager

Nederlands

poederzakdrager

Uitspraak

• Geluid:  zakdrager    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zak·dra·ger

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zak zn  en  drager zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zakdrager	zakdragers
verkleinwoord	zakdragertje	zakdragertjes

Zelfstandig naamwoord

de zakdrager m

1. iemand die een zak draagt
2. (vlinders) een vlinder uit de familie zakjesdragers (Psychidae )

Hyperoniemen

• zakjesdragers, vlinders

Hyponiemen

   

algenzakdrager buikige zakdrager dubbelzakdrager dwergzakdrager gewone zakdrager graszakdrager grijze heidezakdrager grote reuzenzakdrager heidezakdrager hooglandzakdrager hoornzakdrager kleine reuzenzakdrager knopzakdrager kustzakdrager pluimzakdrager poederzakdrager reuzenzakdrager ronde zakdrager sierlijke zakdrager sigaarzakdrager slakkenhuiszakdrager voorjaarszakdrager zandzakdrager zwarte heidezakdrager

Gangbaarheid

• Het woord 'zakdrager' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.