windsurfen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wind·sur·fen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
windsurfen
windsurfde
windsurfte
gewindsurfd
gewindsurft
zwak -t

zwak -d

volledig

Werkwoord

windsurfen

  1. (sport) een watersport waarbij men met een surfplank met daarop een zeil bevestigd gaat surfen op golven
Synoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be