win over

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • win over
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
overwinnen

win (…) over

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overwinnen
    • Ik win over. 
  2. gebiedende wijs van overwinnen
    • Win over! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overwinnen
    • Win je over? 

Gangbaarheid