weekdier

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • week·dier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord weekdier weekdieren
verkleinwoord weekdiertje weekdiertjes

Zelfstandig naamwoord

het weekdiero

  1. (dierkunde) ongewerveld dier zonder innerlijk skelet, wetenschappelijke naam Mollusca op Wikispecies
    • Een weekdier bestaat voor het grootste deel uit water. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen