websitebouwer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- web·site·bou·wer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | websitebouwer | websitebouwers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de websitebouwer m
- (beroep) iemand die een website voor het internet bouwt
- (informatica) hulpmiddel in de vorm van een softwarepakket dat assisteert in de bouw van een website
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.