waardecheque

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • waar·de·che·que
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waardecheque waardecheques
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de waardechequem

  1. (economie) waardepapier dat recht geeft op een bepaald product
     Volgens Kolleman is er op het schip nog wel voldoende eten aanwezig, maar is een gebrek aan verlichting wel een probleem. Het schip wacht nu op sleepboten om naar de Zweedse haven in Nynäshamn gesleept te worden. Vanuit daar worden de passagiers via Stockholm gerepatrieerd. Zij krijgen een waardecheque waarmee ze een nieuwe cruise kunnen boeken.[1]
     Oosterman is ook een van de mede-oprichters van de vogelwerkgroep in Bathmen. Behalve een oorkonde, ontving hij ook een waardecheque van 250 euro. Dat gaat hij waarschijnlijk besteden aan een wildcamera.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Duizenden passagiers vast op cruiseschip” (15-05-2011), NOS
  2. Bronlink Weblink bron
    Bas Klaassen
    “Landelijke erkenning voor dassenvriend Jan Oosterman (85) uit Bathmen” (10-04-2019), Tubantia