vuurplaat
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vuur·plaat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vuurplaat | vuurplaten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (bouwkunde) een stenen plaat waarop men brandstoffen kan verbranden
- De proeverij op het landgoed doet zijn naam eer aan. Liefhebbers van lekker en goed eten komen goed aan hun trekken. Geen gewone hamburgers en friet, maar échte friet met truffelmayonaise, aardappelwokkel op een spiesje en exotische hamburgers met mangosalsa. Paling die vers gerookt wordt, vers gegaarde Black Angus spareribs, groentestoofpotjes, bitterballen van asperges, 1000-dagen kaas, worteltaart met witte chocolademousse en pruttelende gevulde portbello-champignons op de Ofyr, een barbecue en vuurplaat in één. [2]
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord vuurplaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vuurplaat" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Suzanne van Gaale 23-04-17 Proeven, smullen en genieten op z’n Twents in Hellendoorn
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be