vuller
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vul·ler
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van vullen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vuller | vullers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- iemand die iets vult
- apparaat dat iets vult
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord 'vuller' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.