vruchtbaarheidsonderzoek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vrucht·baar·heids·on·der·zoek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vruchtbaarheidsonderzoek vruchtbaarheidsonderzoeken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het vruchtbaarheidsonderzoeko

  1. (medisch) onderzoek of een persoon of een koppel op natuurlijke wijze kinderen zouden kunnen krijgen
     Voor een standaardtest bij vruchtbaarheidsonderzoek is het te vroeg, zegt Fauser. Zoals bij elke wetenschappelijke vondst moet het onderzoeksresultaat eerst in een tweede studie worden bevestigd.[1]
  2. (medisch) onderzoek naar de mogelijkheden om op een kunstmatige manier een bevruchting mogelijk te maken
     Ook het ivf-centrum voor vruchtbaarheidsonderzoek is open, evenals de poliklinische apotheek. Later vandaag wordt mogelijk duidelijk wanneer het ziekenhuis met tijdelijke voorzieningen zijn geëvacueerde patiënten weer kan ontvangen.[2]
     Het is een doorbraak in vruchtbaarheidsonderzoek: wetenschappers hebben buiten de baarmoeder eicellen gekweekt die geschikt zijn voor bevruchting. De cellen, afkomstig van eierstokken, zijn opgekweekt in een laboratorium. Daar werd het proces nagebootst dat zich normaal afspeelt in de eierstok.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 30 maart 2024 Weblink bron
    Ellen de Visser
    “Leeftijd overgang is te voorspellen” (26-05-2011), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 30 maart 2024 Weblink bron “Tientallen miljoenen euro's schade aan VU medisch centrum” (9 september 2015, 13:38), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 30 maart 2024 Weblink bron “Eerste vruchtbare eicel gekweekt buiten het lichaam” (9 februari 2018, 14:04), NOS