vormt af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vormt af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afvormen |
vormt (...) af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvormen
- Jij vormt af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvormen
- Hij vormt af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afvormen
- Vormt af!
Gangbaarheid
- Het woord 'vormt af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.