voorschot
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·schot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voor en schot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorschot | voorschotten |
verkleinwoord | voorschotje | voorschotjes |
Zelfstandig naamwoord
het voorschot o
- een vervroegde betaling op het loon
- Kun je me geen voorschot geven?
Vertalingen
1. een vervroegde betaling op het loon
Gangbaarheid
- Het woord voorschot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voorschot" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be