voorschool
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: voorschool (hulp, bestand)
Woordafbreking
- voor·school
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voor en school
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorschool | voorscholen |
verkleinwoord | voorschooltje | voorschooltjes |
Zelfstandig naamwoord
- (onderwijs) peuterspeelzaal waar aan kinderen in de leeftijd van 4-5 jaar al enig onderwijs wordt gegeven
Gangbaarheid
- Het woord voorschool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.