vloedplank
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vloedplank (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvlutplɑŋk / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- vloed·plank
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vloedplank | vloedplanken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (waterbeheer) schot bestemd om een opening in een dijk dicht te maken bij hoogwater
- (scheepvaart) schot op een schip dat verhindert dat water ruimtes instroomt waar mensen verblijven
- (bouwkunde) plankje langs de onderkant van vensters dat water buiten zo afvoert dat het niet langs de kozijnen kan binnnenkomen
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'vloedplank' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Waterbeheer in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Bouwkunde in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal