vision

Uit WikiWoordenboek

Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
vision visions

Zelfstandig naamwoord

vision

  1. gezichtsvermogen, zicht
  2. visioen, beeld
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1] 20/20 vision
    visus 1,0; normale gezichtscherpte
vervoeging
onbepaalde wijs to  vision 
he/she/it  visions 
verleden tijd  visioned 
voltooid
deelwoord
 visioned 
onvoltooid
deelwoord
 visioning 
gebiedende wijs  vision 

Werkwoord

vision

  1. overgankelijk (zich) verbeelden

Gangbaarheid

100 % van de Amerikanen;
100 % van de Britten.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 30 september 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be


Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  vision     la vision     visions     les visions  

Zelfstandig naamwoord

vision v

  1. gezichtsvermogen, zicht
  2. visioen, beeld