uitkeringstrekker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- uit·ke·rings·trek·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uitkering en trekker met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitkeringstrekker | uitkeringstrekkers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de uitkeringstrekker m
- (economie) iemand die een uitkering ontvangt
Gangbaarheid
- Het woord uitkeringstrekker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.